Iedere morgen om ongeveer zes uur starten we met melken. We melken de koeien in een 2x8 zij-aan-zij melkstal, dat houdt in dat we 8 koeien aan de ene kant van de melkput hebben staan en 8 koeien aan de andere kant. Eerst laten we 8 koeien binnen komen, die krijgen een klein beetje brok (om ze makkelijk naar binnen te 'lokken') en dan worden de uiers schoongemaakt. We dippen ze met een soort schoonmaakmiddel, halen de eventuele viezigheid met het schoonmaakmiddel met een droge doek van de uiers af en sluiten dan de melkmachine aan. Als de koe 'uit' is (er zit geen melk meer in het uier) dan gaat het melkapparaat er vanzelf af en dippen we de koe met een zogenaamde barrieredip. Dit zorgt ervoor dat er geen viezigheid via het slotgat (het gaatje waar de melk uit komt) naar binnen gaat het uier van de koe in. Als de eerste 8 koeien aangesloten zijn, laten we 8 nieuwe koeien aan de andere kant binnen en begint het proces opnieuw. Zijn alle 8 koeien klaar met melk geven en gedipt dan kunnen ze de stal in, wordt er schoongemaakt en komen er weer 8 nieuwe binnen, totdat alle koeien gemolken zijn.
Het melken gebeurt niet alleen 's ochtends om zes uur, maar ook 's middags/'s avonds rond half zes worden onze koeien opnieuw gemolken. In de winter zijn de koeien de hele dag in de stal, maar in de zomer moeten ze eerst uit de wei gehaald worden om te kunnen gaan melken en 's ochtends na het melken worden ze weer naar de wei gebracht. Omdat veel van onze percelen (weilanden) wat verder van de boerderij liggen, kost het vaak wel een half uur tot drie kwartier tot alle koeien weer thuis zijn.